Iedereen kent wel iemand die een perfect stukje vlees kan bereiden. De sappige gehaktbal van oma bij de boterham, het perfecte rosé biefstukje van moeder op zondagavond of het botermalse draadjesvlees van de buurvrouw. Maar als je het zelf probeer, is het nog lang niet altijd even makkelijk dat te evenaren. Als je vlees niet op de goede manier bereidt, wordt het al gauw taai, hard, of juist niet gaar genoeg. Hier tips voor het perfecte stukje vlees!
Kwaliteit van het vlees
Welk vlees je ook gaat bereiden, zorg ervoor dat het van goede kwaliteit is. Goedkoop vlees is vaak ingespoten met water en spettert daardoor enorm in de pan. Zorg ook voor een goed bakproduct: (room)boter, vloeibare boter of olie die geschikt is om tot hoge temperaturen te verhitten (géén olijfolie!). Een mengsel van bijvoorbeeld roomboter en zonnebloemolie is ook heel geschikt om gelijkmatig in te bakken.
Het goede gereedschap
Vanzelfsprekend is een goede pan essentieel voor goed bakken. En of dat nu een gietijzeren pan is, een pan met anti-aanbaklaag of een keramische pan hangt helemaal af van je eigen voorkeuren. Gebruik bij het bakken van vlees verder geen vork, waarmee je het vlees kapot prikt en die delen daardoor gaarder bakken dan andere stukken. Een vleestang is ideaal om het vlees me om te draaien.
Het bakken
Zorg allereerst dat de boter of olie goed verhit is (bij boter moeten de grote luchtbellen verdwenen zijn). Leg het vlees (op kamertemperatuur en droog gedept als dat nodig is) voorzichtig in de pan en bak eerst beide kanten even aan op hoog tot middelmatig vuur. Temper daarna het vuur en bak het vlees zo gaar als nodig is. Rund- en kalfsvlees mogen rood of rosé gegeten worden, varkensvlees en gevogelte moeten door en door gaar worden. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld grote stukken kip of varkenshaas te droog worden in de pan, is het soms een beter idee het vlees aan te braden in de pan en daarna in de oven door te laten garen.