Rabarber was vroeger een heel gewone groente die iedereen kende. Maar na verloop van tijd verdween de rabarber een beetje uit de keuken. Het werd een vergeten groente. Tot hij toch zijn comeback weer maakte, enkele jaren geleden. En gelukkig maar, want rabarber is erg lekker!
De rabarber als groente
Rabarber is een beetje een aparte groente. Dat heeft te maken met zijn samenstelling. Als je hem kookt, veranderd hij na 10-15 minuten automatisch in een zachte compote. Je kunt hem dus heel moeilijk beetgaar koken, al lukt dat wel met een korte kooktijd. Meestal wordt rabarber dan ook als compote geserveerd als bijgerecht, garnering of toetje.
Rabarber ziet er ook niet uit als een groente. Het zijn lange stelen die, eenmaal ontdaan van het blad, wel wat lijken op bleekselderij. Alleen hebben de stelen een roodachtige kleur. De plant komt op in het voorjaar en is dan het zoetst. Hoe langer de plant staat, hoe zuurder hij begint te worden. Ook de winter-rabarber uit kassen is meestal wat zuurder dan verse voorjaarsrabarber.
Rabarber compote maken
Rabarber compote lijkt wel wat op appelmoes, maar heeft toch een andere smaak. Het is eenvoudig te maken:
- Per 100 gram rabarber gebruik je 7-10 gram suiker naar smaak.
- Je kunt de compote wat zachter en zoeter maken door kaneel toe te voegen.
Verwijder de harde onderkant en de bovenkant waar het restje blad aan zit. Snijd de rabarber in stukken en leg ze in een pan. Doe er een klein laagje water bij (de rabarber hoeft niet onder water te staan!) en breng aan de kook.
Na 10-15 minuten valt de rabarber uit elkaar. Roer even zodat het een losse compote wordt. Voeg de suiker en eventueel kaneel toe en proef of hij op smaak is. Eventueel kun je meer suiker toevoegen om hem zoeter te maken.
De compote is heel lekker als bijgerecht, maar ook als garnering. Je kunt hem eten als toetje of juist bij een toetje. Denk aan ijs met rabarber of flensjes met rabarber. Je kunt rabarber ook invriezen, dus je kunt in een keer een grotere hoeveelheid klaarmaken en deze later gebruiken.