Sporten en afvallen worden vaak samen in dezelfde zin genoemd. Logisch, want ze versterken elkaar. Door te bewegen word je fitter en je verbrand meer calorieën, waardoor je gemakkelijker afvalt. Het is dus eigenlijk best gek dat veel mensen die sporten juist aankomen. Hoe kan dat? En wat zijn handige tips om dit te voorkomen?
Aankomen door spierweefsel of door vet
Er zijn twee manieren om aan te komen als je gaat sporten. De eerste manier is prima: je krijgt meer spieren. Spieren zijn zwaarder dan vetweefsel, waardoor het niet zo gek is dat je aankomt als je meer spieren krijgt. Helaas komen veel mensen aan tijdens het sporten, maar niét omdat ze zoveel meer spieren krijgen. Ze komen aan door vet. Hoe dat komt?
- Vanuit de theorie ‘als je veel sport moet je goed eten’ wordt er vaak teveel gegeten
- Sporten maakt hongerig, dus is het moeilijker om weinig te eten
- Veel mensen voelen zich zo goed omdat ze sporten dat ze gemakkelijker omgaan met hun eetgewoonten
Aankomen tijdens het sporten hoeft niet perse slecht te zijn. Je BMI is niet leidend als je sport. In plaats daarvan kun je beter je vetpercentage in de gaten houden. Je kunt bijvoorbeeld huidplooimetingen doen of een speciale weegschaal kopen die je vetpercentage meet.
Tips om niet aan te komen (vet) tijdens het sporten
1. Gebruik het juiste eten
Elke soort sporten vraagt om een ander voedingspatroon. Daarom is het belangrijk dat je weet welke soort voeding het beste past bij de sport die jij doet. Dat kun je hier checken.
2. Bereken je calorieverbruik
Je verbruikt een aantal calorieën per dag. Je hebt weinig aan het gemiddelde van ‘2000 voor een vrouw en 2500 voor een man’. Want het hangt vooral af van je lengte, gewicht en leefstijl. Bereken het dus voor jou persoonlijk.
3. Ga niet snaaien
Sporten geeft aanleiding tot een hongergevoel. Je lichaam probeert te compenseren voor het energieverlies. Maar helaas ‘overdrijft’ je lichaam. Het weet niet wanneer je weer gaat sporten en dus denkt je lichaam dat er een voorraadje aangelegd moet worden. Waardoor jij dus aankomt omdat je teveel eet. Vermijd vooral het snaaien van tussendoortjes.
4. Ga voor gezonde hapjes
Is je drang om iets te eten echt onweerstaanbaar? Dan ga je voor gezonde dingen die goed vullen. Eet bijvoorbeeld wat nootjes. Of maak een uitgebreide (vruchten)salade waar je lekker van kunt genieten. Hoe gezonder hoe beter!
5. Vermijd sportdrankjes
Sportdrankjes heb je normaal gesproken niet nodig. Ze zijn alleen geschikt voor topsporters die heel veel energie verbranden. Als je gewoon een uurtje sportschool doet, heb je niets aan zo’n sportdrankje. Behalve dat je waarschijnlijk meer calorieën binnenkrijgt dan je verbrand.
6. Leef gebalanceerd
Ga niet ineens keihard sporten als je eerst helemaal niets deed. Sport met regelmaat, zodat je lichaam leert waar het op kan rekenen. En stop ook niet ineens met sporten, want ook dan raakt je lichaam van slag.
7. Weeg en meet regelmatig
Als je een sport doet waarbij je veel spieren opbouwt (bijvoorbeeld fitness), dan is vooral je vetpercentage leidend. Meet dit regelmatig, bijvoorbeeld één keer per week. Doe dit altijd op hetzelfde tijdstip van de dag en liefst in dezelfde kleren (of bloot).
8. Trek je niets aan van anderen
Vertel je dat je sport, dan word je overladen met ‘goede’ adviezen. Je moet echter zelf uitmaken wat voor jou belangrijk is. Soms is het beter om maar niet teveel te luisteren en zelf te bepalen wat je wilt.
9. Sport ook als het niet lukt om af te vallen
Sporten is heel goed voor je spieren. Het houdt je fit en je wordt er gezonder van. Ook als het niet lukt om af te vallen! Ga dus sowieso sporten, ook al word je er niet slanker van!
10. Sport samen of met een coach
Samen sporten is heel motiverend. Je kunt dan ook met elkaar praten over wat je het beste wel en niet kunt eten. Een coach werkt ook heel goed om je te motiveren en zo houd je ook een combinatie van sporten en diëten langer vol.