Met de Indische keuken bedoelen we niet, zoals sommigen denken, de keuken van India. Recepten waar bij staat ‘uit de Indische keuken’ komen vrijwel altijd uit Nederlands-Indië, wat vroeger een groot gebied in de Oost was. De meeste recepten zijn afkomstig uit de Indonesische, Molukse of Japanse keuken. Zo ook deze bijzondere, pittige saté die gemaakt kan worden van varkens- of kippenvlees. Het oorspronkelijke recept is ook geschikt voor geitenvlees, maar dat wordt in Nederland haast niet gebruikt en is moeilijk verkrijgbaar.
Ingrediënten
- 400 gram kippen- of mager varkensvlees
- 3 rode lomboks of 1 eetlepel pittige sambal
- 1 theelepel Trassi (garnalenpasta)
- 1 theelepel Ketoembar (fijngemalen korianderzaad)
- ½ theelepel Djinten (komijn)
- 1 eetlepel Goela Djawa (soort palmsuiker)
- ½ eetlepel Asem (tamarinde)
- 200 ml Santen (kokosmelk)
Bereidingswijze
Om deze varkens- of kipsaté te maken doe je het volgende:
- Snijd het vlees in niet te kleine blokjes
- Maak de Trassi, Ketoembar en Djinten fijn in een vijzel. Snijd de lombok fijn (zonder steeltje) en voeg deze toe. Voeg ook de Goela Djawa toe en wrijf alles tot een dikke pasta.
- Doe de Santen in een kom, voeg de Asem en wat zout toe en roer dit door. Voeg dan de pasta toe en meng alles goed met elkaar.
- Doe het vlees in de saté en laat dit een uur intrekken. Rijg de stukjes vlees dan op satépennen en leg ze op een bord.
- Bak de saté rondom goed gaar in een koekenpan of onder de grill. Verwarm de Santen in een pannetje op heel laag vuur. Doe de gebakken saté bij de saus in de pan en warm zachtjes op. Laat het mengsel niet koken!
- Serveer met rijst of nasi. Eet smakelijk!
Check ook onze recepten uit de Aziatische keuken!