Je kookt al tijden zonder pakjes en zakjes. Je gebruikt altijd échte en eerlijke ingrediënten. Je bent zelfs overgestapt van margarine naar roomboter om die vervelende E-nummers te ontwijken. Je denkt dus dat je het perfect doet. Maar dan… lees je de achterkant van een pakje vlees. En ontdek je tot je grote schrik dat zelfs in een normaal stuk vlees al E-nummers verwerkt zitten! Hoe kan dat?
Vlees met E-nummers
Koop je een gewone kipfilet, dan is de kans vrij groot dat hier bij de ‘ingrediënten’ alleen kippenvlees staat. Hoewel zelfs de kipfilet behandeld zou kunnen zijn met conserveermiddelen. Maar kijk je eens even bij verwerkte vleesproducten, dan staat er een reeks E-nummers op. Nemen we een pakje gehaktschnitzels, dan zitten hier niet alleen conserveermiddelen in, maar ook kleurstoffen. Een pakje slavinken stelt je soms voor onaangename verrassingen en dat hebben we het nog niet gehad over sateschnitzels, worstjes enzovoorts. Vooral gepaneerde producten bevatten regelmatig E-nummers. Hoe zit dat eigenlijk?
De meest voorkomende E-nummers in vlees en hun werking
De meest voorkomende E-nummers in vlees zijn E160, E 300 en E325. Soms zitten er ook andere E-nummers in (bijvoorbeeld E415 of E621), maar dat komt minder vaak voor. Waarom zitten die E-nummers erin? En wat doen ze eigenlijk?
- E160. Dit E-nummer bestaat uit verschillende varianten (a, b en c). Ze zijn een kleurstof die het eten een typische oranje-rode kleur geeft. De kleurstof komt ook in de natuur voor, bijvoorbeeld in paprika’s. In principe geven zelfs kritische boeken aan dat E160 niet schadelijk is voor de gezondheid. Waarom het in het eten wordt verwerkt? Omdat de consument verwacht dat bepaalde dingen deze kleur hebben – bijvoorbeeld zigeunerschnitzels.
- E300. Dit E-nummer is een anti-oxidant. Het is in feite een conserveermiddel dat zorgt dat het vlees langer vers blijft en minder snel bederft. E-300 is ascorbinezuur, wat ook in de natuur voorkomt. De natuurlijke variant heet vitamine C. Dat klinkt een stuk beter he? Ook dit E-nummer staat op de ‘groene lijst’ en wordt ook door critici geaccepteerd. Tenslotte is het wel fijn als het vlees wat langer vers blijft.
- E325. Dit E-nummer verlaagt de zuurgraad van het product en zorgt dat het langer een mooie kleur behoudt. Het bevorderd ook de werking van de andere E-nummers, waardoor er minder toegevoegd hoeven te worden. E325 is een melkzuur dat ook in de natuur voorkomt.
- E415. Dit E-nummer, met andere E-nummers die er dichtbij zitten, is een verdikkingsmiddel. Het zit in heel veel producten, zelfs in vanillevla. In principe wordt dit E-nummer als onschadelijk beschouwd. In heel hoge doses zou dit E-nummer kunnen leiden tot darmklachten zoals diarree en winderigheid. Maar dit is nooit afdoende bewezen en de doses zouden zó hoog moeten zijn dat je dat normaal gesproken niet haalt.
- E621. Dit E-nummer wordt ook wel ve-tsin genoemd. Hoewel nooit bewezen is dat er klachten door kunnen ontstaan, zijn er mensen die beweren allergisch hiervoor te zijn. In de praktijk blijkt dit vooral tussen de oren te zitten. Toch moet je ermee oppassen, want er is wél aangetoond dat het een verslavende werking heeft!
Tot enkele jaren geleden werden er andere E-nummers in vlees gebruikt, waar wel schadelijke bijwerkingen van werden gemeld. Gelukkig zijn er aanpassingen gemaakt en wordt nu vaker gekozen voor wat onschuldigere E-nummers. Hoewel nog steeds over de lange termijn en bij kleine kinderen nog maar weinig afdoende onderzoek is gedaan. In principe kun je vlees dus zelfs met E-nummers veilig eten, al zouden wij aanraden om het wel in de gaten te houden. Maar wil je helemaal E-numervrij eten? Dan zul je je vlees bij de slager vandaan moeten halen en zelf klaarmaken. Gelukkig zijn er heel veel heerlijke vleesrecepten waar je geen E-nummers voor nodig hebt!