Focaccia is een typisch Italiaanse broodsoort. Je ziet wel vergelijkbare broden in Spanje en Griekenland. Het brood dat wij kennen wordt door Italianen verafschuwd. Ze bakken veel liever hun eigen brood: een lekkere Focaccia. Dat kan als voorgerecht dienen, maar wordt ook vaak als bijgerecht geserveerd bij de hoofdmaaltijd. Vrijwel altijd wordt het opgediend met olijfolie en zeezout. Wij Nederlanders houden er ook van met pesto en tapenade. Voor een echte Italiaan is dat not done!
Ingrediënten om zelf Focaccia te maken
- 500 gram (volkoren) bloem
- Zakje gist
- 75 ml olijfolie extra virgine
- 3 theelepels grof zeezout
- Wat verse rozemarijn
Bereidingswijze van Focaccia
- Meng bloem en gist met elkaar in een flinke kom. Voeg 250 ml lauw water toe (geen koud!!) en kneed dit door elkaar. Voeg dan 50 ml van de olijfolie en 2 theelepels zout toe en kneed door tot een stevig deeg.
- Bestrijk de deegbal met wat olie en dek hem af met een vochtige theedoek. Laat het deeg minimaal een uur rijzen. Rol het deeg dan uit tot een lap van 1 cm dik, leg hem op een bakplaat en laat nog eens een halfuur rijzen.
- Verwarm de oven voor op 250 graden. Bestrooi het brood met de rozemarijn en het resterende zout. Maak kleine putjes in het deeg om de typische vorm te krijgen. Sprenkel de resterende olie over het brood.
- Bak het in de oven in zo’n 15-20 minuten bruin en gaar. De tijd hangt af van de dikte van het brood: hoe dikker het is, hoe langer het moet bakken.
Wil je een Focaccia met een lekker extraatje? Kneed dan wat olijven en/of kappertjes door het deeg en bak ze mee. Je kunt het brood er ook mee bedekken. Na het bakken kun je het beleggen met zongedroogde tomaatjes en/of fetakaas. Maar maak het niet te bont: echte Italianen houden niet van poespas en hebben hun Focaccia het liefst ‘maagdelijk’. Eet smakelijk!
Dit recept hoort thuis in de top 10 lekkerste Italiaanse recepten.